Ik stond aan de bar met Stefanie. Het was druk, benauwd en ik was zwaar onder de indruk. Van alle fashionable mensen die hier waren. Hoe ze eruit zagen, hoe ze liepen, hoe ze hun chique cocktails dronken. Het was een feestje van Acne. We waren met ons drieën naar Kopenhagen gereden (Stefanie, Jasper en ik) om de creative director Jonny Johansson van Acne te interviewen voor onze volgende editie van Prestage, én om schaamteloos gratis cocktails te drinken op deze inner crowd coke party. Want tja, er werd wat af gesnoven. Fashion, drugs and rock ‘n roll.
Jasper kwam eraan en vroeg of we mee naar buiten wilden, een sigaret roken. Met ons drieën wurmden we ons door de menigte heen om de brede wenteltrap naar beneden te nemen. Jasper liep met twee cocktails, in beide handen één.
Ja sorry lieve mensen, we maakten een mode tijdschrift, we waren amper 24, als er een feestje is met gratis cocktails dan gááá je ervoor.
Jasper liep voorop, maar bleef druk in gesprek met ons. In mijn ooghoek zag ik van beneden Jonny de trap naar boven nemen. Hij werd omringd door vele modellen.
‘Zal dit wel goed gaan?’, sprak ik in mezelf.
Het was druk, het was benauwd, het was wurmen geblazen.
Johnny liep verder omhoog, en wij verder omlaag.
Jasper bleef zijn hoofd gedraaid houden naar ons en doorpraten.
Nog 2 treden…
Nog 1…
BAM!
Tuurlijk ging dit mis. De twee mannen, Jasper Abels (inmiddels bekend fotograaf en kunstenaar) en Jonny botsten vol tegen elkaar op.
De inhoud van de cocktails droop over Jonny heen. Van zijn schouders tot aan zijn schoenen. Jonny, gekleed in zijn eigen collectie van Acne en besmeurd met onze Cosmopolitans.
De beste man knikte, en zei ‘it’s okay, it’s okay.’ Jasper voelde zich iets minder okay, okay. We liepen gauw verder de trap af. Moesten we iets doen? Een doekje halen voor hem? Onze excuses aanbieden? Weg gaan?
We liepen zo snel we konden naar buiten. Met trillende handen haalden we alledrie een sigaret uit het pakje dat we deelden. We namen een hijs. En barstten uit in lachen. De slappe lach. Minuten lang. Inclusief tranen en schockende adem.
De drie piepjonge Twentenaren, op een hip feest in Copenhagen, wisten de enige man die je niet in diskrediet wilde brengen, compleet te overgieten met plakkerige cocktails.
We besloten naar binnen te gaan. Nog wat drinken te bestellen en te gaan dansen. Tot diep in de nacht hadden we de grootste lol. Wat maakte het uit? We hadden plezier, we waren in Copenhagen, we werkten aan ons geliefde magazine en we hadden elkaar.
Inmiddels zijn we meer dan 10 jaar verder, en heb ik in mijn corporate carrière en ontluikende ondernemerschap een coping mechanisme ontwikkeld: bewijsdrang en perfectionisme. Het MOET slagen. Het MOET een succes worden. Het MOET perfect en goed zijn. Hieronder zit natuurlijk een grote onzekerheid. Kan ik dit wel, deze ambitie waarmaken? Lachen mensen me niet uit? Wat als het niet lukt? Kan ik wel op anderen vertrouwen om samen een succesverhaal te bouwen?
De druk die ik op mijn eigen schouders leg is enorm.
Soms wordt het even teveel. Want what’s the point als je zakelijk succes creëert, maar geen plezier hebt?
Plezier hebben, dat is mijn persoonlijke definitie van succes.
Als ik voel dat ik mijn eigen succes verlies, dan ga ik in gedachten weer terug naar die avond in Copenhagen. Waar het niet uitmaakte dat we iets heel stoms deden, want we hadden de grootste lol. En bovendien: dat magazine lag 2 maanden later, mét prachtig interview met Jonny, in de winkels.
Psst: schrijf je in voor mijn nieuwsbrief voor meer pleidooien, ondernemerstips en ervaringen in de wereld van start-ups.